10 tips voor een ontspannen wandeling

In mijn lessen kom ik veel paarden tegen die spanning opbouwen als ze van het bekende terrein af gaan. Dit kan zelfs al ontstaan als je uit de stal links afslaat naar de poetsplaats, in plaats van rechtsaf naar de wei. Met je paard op pad gaan is voor paarden natuurlijk gedrag, in wilde paardenkuddes trekken ze er op uit, op zoek naar water en voedsel. Wandelen kan de relatie met je paard daardoor enorm verbeteren. Jij zult alleen moeten leren hoe je een goede leider voor je paard kan zijn. In dit blog 10 tips om ontspannen op pad te gaan.

1. Herken/erken spanning

Leer de spanning van je paard herkennen. Kijk eens goed naar je paard als je op pad gaat, welke kleine signalen geeft hij af? Herken je misschien wat strakke spiertjes in zijn gezicht, knippert hij helemaal niet met zijn ogen, snurkt hij, loopt hij langzamer dan normaal, of gaat hij zelfs stilstaan? Dit zijn allemaal manieren waarop je paard jou probeert te vertellen dat hij het spannend vindt. Neem deze spanning serieus. Een goede leider duwt zijn volgers niet over het randje maar ondersteunt ze om zelfverzekerder te worden.

cropped-img_0009.jpg2. Wachten, wachten, wachten…

Leer jezelf aan om zodra je de spanning in je paard herkent, te stoppen en te wachten. Hiermee leg je aan je paard uit dat je zijn spanning serieus neemt. Probeer gelijktijdig met je paard te stoppen. Dit kan nog best lastig zijn, we hebben vaak de neiging om nog een paar passen door te lopen. Hoe scherper jij met je paard kan stoppen, hoe beter je zijn spanning erkent. Zie je dat de spanning nog niet afbouwt als je een tijdje wacht, keer dan terug naar een veilige bekende plek.

3. Approach en retreat

Wordt bekend met het patroon van approach en retreat (benaderen en terugtrekken). Je gaat op pad en benadert de spannende plek. Dit kan al heel snel zijn, let goed op de kleine signalen die je paard je geeft. Merk je dat je paard spanning opbouwt dan keer je om en ga je terug naar de veilige plek, zoals de paddock of zijn vriendjes. Keert de ontspanning daar weer terug ga dan opnieuw op pad en benader de lastige plek weer.

4. Creëer sweetspots

Een sweetspot is een fijne plek. Dit kan je tijdens je wandeling creëren door een pauze in te lassen waarbij je paard mag grazen, je hem kan kriebelen, hij wat lekkers krijgt, of iets anders wat je paard fijn vindt. Je kunt uiteindelijk van sweetspot naar sweetspot wandelen. Dit geeft je paard de ruimte om eventuele opgebouwde spanning af te voeren.

5. Hou je paard bezig

Vaak vergeten we als we op pad gaan om te blijven trainen. Meestal werkt het beter om tijdens de wandeling de aandacht van je paard te blijven vragen. Ik doe dit door kleine vragen aan hem te stellen zoals: ‘kan je stoppen, kan je achterwaarts, kan je stappen.’ Deze simpele vragen zorgen ervoor dat hij op mij moet letten. Reageert hij niet op een lichte hulp dan wordt de hulp steeds duidelijker, totdat het paard het goede antwoord geeft. Zo heb ik tijdens de wandeling een meetinstrument waaraan ik kan zien hoe goed zijn aandacht nog bij mij is. Reageert hij op lichte druk, dan zitten we goed, maar heb ik veel druk nodig, dan moet ik misschien zijn spanningsniveau opnieuw checken.

6. Neem de tijd

Het lijkt misschien vanzelfsprekend, maar ga niet oefenen met iets moeilijks als je weinig tijd hebt.

cropped-061.jpg7. Zijwaarts en achterwaarts

Ben je op pad en twijfel je aan het contact wat je met je paard hebt, oefen dan zijwaarts en achterwaarts. Dit zijn twee spelletjes waarbij je paard na moet denken. Van nature is een paard veel meer geneigd naar voren te gaan, dan opzij of naar achter. Hier kunnen wij gebruik van maken door dit met hem te oefenen als zijn aandacht een beetje weg glipt. Hoe meer hij na moet denken, hoe beter.

8. Oefen thuis

Oefen op een veilige plek je leiden en volgen. Hoe goed loopt je paard eigenlijk met je mee, stopt hij en kan hij achterwaarts? Je kan je voorstellen dat als je hier thuis al een beetje moeite mee hebt, het niet beter zal worden als de omgeving uitdagender wordt. In dit filmpje laat ik samen met Naf zien hoe ik hem vraag te volgen.

9. Gras eten

Ik laat mijn paarden onderweg grazen. De afspraak is wel dat ik ze vertel waar en wanneer ze mogen grazen. Ik doe dat door te vragen of ze halt willen houden, kunnen wachten met hun hoofd omhoog. Lukt dat, dan geef ik lichte druk bovenop hun nek als teken dat ze mogen grazen. Als ik weer verder wil wandelen geeft ik een ritmische druk op de hals, dit begint zachtjes en wordt steeds duidelijker naarmate ze blijven grazen. In dit filmpje laat ik zien hoe ik aan Naf vraag of hij netjes wilt wachten zonder gras te eten.

10. Vaste rondjes

Als laatste, begin klein. Beloon de kleine goede stukjes door terug te keren naar huis. Als het goed gaat en je kan een stukje verder op pad, kijk dan of je een vast rondje kan wandelen. Herhaal dit rondje totdat het soepel gaat, plak er dan een klein stukje aan vast. Zo kan je langzaam je vaste rondje uitbreiden. Merk je dat je paard tijdens het grotere rondje weer meer spanning opbouwt dan kun je weer terugvallen op je kleine rondje.

Deze tips kunnen ook toegepast worden als je begint met buitenrijden. Merk je dat je paard veel spanning opbouwt, stap dan af en ga wandelend verder.

Advertentie

2 reacties op ‘10 tips voor een ontspannen wandeling

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s