Dit klinkt misschien als een nogal logische titel. We leren paarden namelijk constant nieuwe oefeningen: van het halster om doen en meelopen als veulen tot misschien wel het aanleren van de travers als ervaren rijpaard. Maar hoe leert een paard dit eigenlijk?
Als je een jong paard hebt of met jonge paarden werkt is het erg handig als je de technieken die hier beschreven zijn goed onder de knie hebt. Jonge paarden zijn uitermate geschikt om nieuwe oefeningen te leren. Ze zijn vaak nog heel open en hebben weinig vooroordelen. Heb je een ervaren of ouder paard, dan werken de zelfde technieken nog steeds.
Er zijn heel veel verschillende manieren om een paard iets aan te leren. In dit blog berichtje licht ik de manier toe die ik het meest toepas. Dit is waar horsemanship om bekend staat.
Vertrouwen opbouwen
Het eerste wat we nodig hebben is een bepaald niveau van vertrouwen. We willen bij het paard in de buurt kunnen zijn en het kunnen aanraken zonder dat dit spanning of angst veroorzaakt. Nou zijn er paarden bij wie dit geen probleem is, maar er zijn ook zeker paarden die ons mensen echt als roofdieren zien. Het eerste wat we onze paarden dus willen leren is dat ze niet bang voor ons hoeven zijn. Dit doen we door de kleine signalen die paarden geven te leren kennen en daar rekening mee te houden. Als je een paard in vrijheid benaderd wil je goed opletten wat hij doet. Komt hij naar je toe, dan is de kans kleiner dat hij bang voor je is. Maar draait hij zijn oor of zelfs hoofd van je weg dan geeft hij eigenlijk al aan dat hij niet benaderd wilt worden. Respecteer dit door stil te blijven staan. Meestal is dit voldoende om de aandacht weer bij je te krijgen en twee ogen en oortjes op je gericht te krijgen. Is dat niet het geval loop dan wat stappen naar achter net zo ver tot het paard je wel aankijkt met interesse. Neem een kleine pauze en benader het paard opnieuw totdat hij weer aangeeft dat hij niet benaderd wilt worden. Herhaal dit proces tot je hem bijna aan kunt raken. Geef vervolgens je paard de kans om jou eerst aan te raken. Zo laat je je paard beslissen of hij klaar is voor het contact.
Het paard beslist hoe veel tijd hij nodig heeft in het proces van vertrouwen opbouwen. Wij kunnen dan oefenen met heb vergroten van ons geduld.
Als je dit proces hebt doorlopen kan je het paard halsteren. De volgende stap is dat we testen of we het paard overal aan mogen raken. Dit kan je met je handen doen, maar ook met een stick of zweepje. Hou vooral je eigen veiligheid daarbij goed in de gaten. Je begint met aanraken op de schouder, loopt je paard weg dan probeer je het te blijven aaien en aanraken totdat hij weer stil staat. Staat hij stil dan laat je je aanraking los en doe je een stap naar achter. Zo leer je je paard dat stilstaan het fijnste resultaat oplevert. Dit proces herhaal je over zijn hele lichaam. Kan je hem overal aanraken dan ben je toe aan het aanleren van oefeningen.
Druk en loslaten
We hebben nu al de belangrijkste stap geleerd in hoe een paard leert. Zodra hij de goede reactie of het juiste antwoord geeft stoppen we met de vraag. Hoe beter je timing hierin wordt hoe duidelijker het is voor je paard. Wil je bijvoorbeeld leren dat hij zijn billen een stapje opzij zet dan geef je druk op zijn bil, net zolang tot hij de juisre kant op beweegt. Dan haal je de druk weg.
Het weghalen van de druk is daarmee meteen de grootste beloning die je geeft. Een paard is van nature zo ingesteld dat hij op zoek gaat naar de meest comfortabele weg. De druk die wij op zijn bil geven is oncomfortabel, maar zodra hij weg stapt, geven we hem zijn comfort terug door de druk weg te halen.
Kort gezegt motiveren we een paard door druk te geven, maar leert het paard van het weghalen van de druk.
Fases van druk
De druk die we geven kunnen we kortweg op twee manieren toepassen. Door het paard aan te raken, maar ook door te drijven op de ruimte om het paard heen. Dit noemen we vaste druk en ritmische druk (porcupine game en driving game).
Deze druk passen we toe in verschillende gradaties die we fases noemen. De eerste fase van druk is zo licht mogelijk en de vierde fase is zo hard als noodzakelijk.
Om je daar een beeld van te geven kan je stellen dat je bij fase 1 van druk de haren aanraakt, bij fase 2 de huid, bij fase 3 de spieren en bij fase 4 de botten.
Bij ritmische druk beweeg je met elke fase dichter naar het paard toe. Totdat je bij fase 4 hem ook daadwerkelijk aanraakt.
Belonen
Naast de manier van druk toepassen is het belonen erg belangrijk. We denken vaak dat een “braaaaf”, “good boy/girl” of een andere stemhulp goed helpt. Dit kan zeker het geval zijn, vooral bij paarden die al wat meer ervaren zijn en die weten dat deze stemhulpen vaak samen gaan met andere plezierige dingen. Bedenk je wel dat paarden onderling elkaar niet belonen met hun stem. Paarden belonen elkaar voornamelijk met rust en ontspanning. Oftewel comfort. Als wij zoeken naar een beloning is dit de belangrijkste voor het paard en de lastigste voor ons. Wij zijn vaak geneigd om het paard een schouderklopje of wat lekkers te geven. Dit werkt voor mensen namelijk wel heel goed.
Ik wil zeker niet zeggen dat je vanaf nu nooit meer je paard met je stem, een snoepje of een kriebel moet belonen. Ik gebruik zelf deze vormen van beloning regelmatig, maar ik weet ook dat mijn paarden het meest gebaad zijn met een comfortabele pauze als ze iets nieuws geleerd hebben.
Wie wat, wanneer, waar, hoe en hoeveel?
Ik hou altijd de zin in gedachten: “als je paard ‘nee’ zegt heb je de verkeerde vraag gesteld of de vraag verkeerd gesteld.”
Lukt het aanleren niet, dan onderzoek ik bij mezelf wat ik verkeerd heb gedaan.
Tijdens het aanleren let ik goed op in welke state of mind het paard is. Is hij afgeleid en met andere dingen bezig, dan ga ik sneller door mijn fases heen. Slaat het paard een beetje dicht en krijg ik weinig reactie, dan blijf ik in een lichte fase en geef ik het paard veel tijd. Ik zet het niet nog verder onder druk omdat dit paard zeer waarschijnlijk al heel hard zijn best doet, ook al lukt het (nog) niet. Als het paard een poging in de goede richting doet beloon ik direct en vraag ik niet nog om een beetje extra.
Als we paarden nieuwe oefeningen aan het leren zijn’ is het ook altijd goed om in gedachten te hebben hoe vaak je een oefening herhaald. Ik herhaal zelf een oefening tot het paard het goede antwoord gevonden heeft. Is dat het geval, dan ga ik iets anders met ze doen en herhaal ik het later in de trainingsessie of de volgende dag weer. Deze strategie gebruik ik totdat ik ongeveer 8 van de 10 keer makkelijk de goede reactie krijg. Dan ben ik overtuigd dat het paard het begrijpt.